‘Computers zijn onze collectieve prefrontale cortex, de simulatie programma’s die daarop draaien geven ons de kans om gezamenlijk verstandelijk te redeneren en beslissingen te nemen in een wereld die exponentieel dynamischer en complexer wordt. Dat wil niet zeggen dat je veel van computers zelf moet weten, net zo min als je de fysiologie van je hersenen moet kennen om te kunnen denken. Wat nodig is, is computationeel denken, in staat zijn structuren in data te vinden, model parameters te ontdekken en logische bewerkingen te ontwerpen.’

Parool 231113

Het Parool – 23/11/13